Beeldkracht = Superkracht

 

Aanleiding
"Beeldkracht = Superkracht" is een educatief programma dat zich richt op het bevorderen van de verbeeldingskracht en creativiteit van leerlingen in basisscholen, van groep 1 tot en met 8. Het programma gebruikt kunstverhalen als middel om deze doelen te bereiken, waarbij een audiofragment wordt ingezet om leerlingen kennis te laten maken met kunstwerken uit het Odapark. Door middel van deze kunstverhalen worden leerlingen aangemoedigd om op een creatieve manier aan de slag te gaan.

 

2021 020 odapark eeltje de vries 023 004Het project heeft verschillende doelstellingen en voordelen:

Verbeeldingskracht: Het programma moedigt leerlingen aan om hun verbeelding te gebruiken en verhalen te creëren op basis van kunstwerken. Dit bevordert creativiteit en kritisch denken.

Kunsteducatie: Leerlingen krijgen de kans om kunstwerken te ontdekken en te begrijpen, wat kan bijdraagt aan hun waardering voor kunst en cultuur. Daarnaast onderzoeken en ontwerpen ze hun eigen kunstwerk.

Burgerschapsvorming: Het project draagt bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden, tolerantie en begrip, doordat leerlingen vanuit verschillende perspectieven naar kunstwerken luisteren en verbeelden.

Nederlandse taal: Door met verhalen over kunst te werken, kan het programma bijdragen aan de ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van de leerlingen.

Identiteitsontwikkeling: Het gebruik van beeldtaal kan kinderen helpen hun eigen identiteit te verkennen en uit te drukken.

 

Het leerprobleem

‘Help er moet een kunstwerk komen, maar we weten niet hoe!’

Dit project werkt met een leerprobleem. Om dit leerprobleem te introduceren in de klas is er een filmpje van Beuzeltime en zijn er audiofragmenten over kunstwerken ingesproken door kunstenaars, curatoren en vrijwilligers.

Leerlingen bekijken de korte film van Beuzeltime en bespreken met elkaar: ‘Wat is een kunstwerk’, ‘Wanneer wordt iets kunst’, ‘Kan iedereen kunst maken?’

Leerlingen luisteren naar het audiofragment over een kunstwerk en noteren/ tekenen tijdens het luisteren op een praat-schetspapier, een a4 papier, wat ze horen.

 

2021 020 odapark eeltje de vries 023 004De volgende vragen worden er gesteld aan de leerlingen als ze luisteren naar het kunstverhaal:

Teken en schrijf op je praat-schets papier:

  • Wat hoor ik
  • Wat denk ik
  • Welke vraag roept dit op


Op het praat-schetspapier tekenen de leerlingen vervolgens hun verbeelding over hoe zij denken dat het kunstwerk er uit kan zien.  Hiermee verzamelen leerlingen informatie en leren ze overeenkomsten en verschillen te benoemen en om vragen te stellen over het kunstwerk.  (Dit praat-schetspapier is een belangrijk onderdeel van het werkproces en dient bewaard te blijven.)

Na het tekenen gaan de leerlingen in groepjes, of individueel met materialen aan de slag om het kunstwerk te maken. De leerkracht bepaalt het materiaal waarmee deze de leerlingen wil laten werken op een onderzoekende manier.

Mogelijke materialen:

  • karton en papier, klei, ijzerdraad of wol
  • verf, potloden, stiften
  • kwasten, scharen, lijm

 

Bekijk hier de hele lesbrief.